Name
Meegroeivermogentoets Waddenzee
Conform het Rijksprojectbesluit “Gaswinning Waddenzee” [1] produceert de NAM sinds 2007 gas van onder de Waddenzee, in het bijzonder uit de diepe ondergrond onder de kombergingsgebieden Pinkegat en Zoutkamperlaag. Conform dit besluit is in het winningsplan Wadden I [2] als voorwaarde voor winning opgenomen dat het tempo van bodemdaling en relatieve zeespiegelstijging het Meegroeivermogen van de kombergingsgebieden niet mag overschrijden. Dit is vastgelegd in de zogenaamde Hand aan de Kraan procedure [3].
De betreffende mijnbouwonderneming dient voorafgaand aan en gedurende de winning aan te tonen dat de prognose van het dalingstempo (de Belasting B) binnen de vastgestelde veilige gebruiksruimte (G) blijft (B<G). De NAM voert hiertoe jaarlijks een Meegroeivermogentoets uit [4]. In [1] is vastgelegd dat in deze toets een periode van 6 jaar wordt gehanteerd.
Om vast te stellen of B<G behalve voor de prognoses ook voor de realisatie, dient eenzelfde Meegroeivermogentoets te worden uitgevoerd voor een periode van 19 jaar. De keuze voor een periode van 19 jaar is gebaseerd op het optreden van een dominante sedimentatiecyclus met een periodiciteit van 18,5 jaar in de Waddenzee [1 en referenties daarin].
Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en het Staatstoezicht op de Mijnen heeft TNO de 19jr-meegroeivermogentoets uitgevoerd. TNO is per veld uitgegaan van de door de NAM gerealiseerde productie in de periode 2007 – 2010 en de door de NAM voorgestelde productieprofielen [2,5,6] voor de periode 2011 – 2021.
De 19jr-meegroeivermogentoets heeft als uitkomst dat de wettelijk bepaalde gebruiksruimte voor Pinkegat en Zoutkamperlaag niet overschreden is. Dit resultaat komt overeen met