Het instemmingsbesluit op het winningsplan Blija (provincie Friesland) is gereed en wordt in overleg met de gemeente en de provincie van 6 juni 2019 t/m 18 juli 2019 ter inzage gelegd. Men kan het instemmingsbesluit, het winningsplan en de onderliggende stukken inzien op het gemeentehuis van de gemeenten Noardeast-Fryslân en Ameland, op het ministerie van EZK en online via http://www.nlog.nl/opslag-en-winningsplannen-ter-inzage. Het winningsplan betreft de gasvelden Blija-Ferwerderadeel, Blija-Zuidoost en Blija-Zuid. Sinds 1985 wint de NAM gas uit het gasveld Blija-Ferwerderadeel, sinds 2001 uit het gasveld Blija-Zuidoost en sinds 2012 uit het gasveld Blija-Zuid.
De redenen voor het nieuwe winningsplan zijn het verlengen van de winning van de gasvelden Blija-Ferwerderadeel, Blija-Zuidoost en Blija-Zuid, het aanboren van drie nieuwe putten, een actualisatie van productie- en bodemdalings-voorspellingen en voorziene activiteiten (waaronder hydraulische stimulatie om de productie in stand te houden). De NAM geeft in het winningsplan een verwachte einddatum van productie in 2050 aan. Op 16 april 2019 heeft de minister een brief van de NAM ontvangen met het verzoek om het instemmingsbesluit voor het winningsplan Blija vooralsnog te beperken tot en met 2035.
Zolang het nodig is om tegemoet te komen aan de (afnemende) Nederlandse aardgasvraag, wil het kabinet het aardgas uit de kleine velden winnen, waar en voor zover dit veilig kan. TNO en SodM hebben in hun advies aangegeven dat gaswinning in Blija veilig en verantwoord is. Aangezien aan dit veiligheidsvereiste wordt voldaan, wordt ingestemd met het winningsplan Blija.
Waddenzee
Op bovenstaande kaart is te zien dat een deel van een van de gasvelden gelegen is onder de Waddenzee. De bodemdalingssnelheid, afhankelijk van de productiesnelheid uit de gasvelden, is zeer laag en ligt ver onder de kritische grens voor het meegroeivermogen in dit deel van de Waddenzee, waardoor geen negatieve gevolgen te verwachten zijn voor de natuur- en landschapswaarden van de Waddenzee.
Zeedijk
Op bovenstaande kaart is te zien dat een deel van een van de gasvelden gelegen onder een primaire waterkering, de zeedijk. De NAM voert elke 5 jaar bodemdalingsmetingen uit. De minister stemt in met het winningsplan op voorwaarde dat de NAM het waterschap op de hoogte houdt van de uitkomsten van deze bodemdalingsmetingen.
Hydraulische stimulatie
De NAM wil in Blija incidenteel hydraulisch stimuleren om de gaswinning op gang te houden. Incidenteel hydraulisch stimuleren is bij reguliere gaswinning in NL sinds de jaren ’50 al honderden keren toegepast zonder nadelige gevolgen voor mens of milieu. Ook in Blija is eerder al hydraulische stimulatie toegepast.
In het verleden is vijfmaal hydraulische stimulatie van het toegepast in de gasvelden van het winningsplan Blija:
• November 1995 (Blija Ferwerderadeel);
• Juli 1996 (Blija Ferwerderadeel) 2x;
• September 1998 (Blija Zuidoost);
• September 2012 (Blija Zuid).
We begrijpen dat bewoners zorgen hebben over deze techniek. Daarom is het belangrijk om te benadrukken dat incidenteel hydraulisch stimuleren bij reguliere gaswinning qua grootte en frequentie onvergelijkbaar is met het stimuleren bij schaliegaswinning zoals dat in Amerika wordt toegepast.
Facts |
|
Operator |
NAM |
Productieduur winningsplan |
31 december 2035 |
Maximaal productievolume |
7 872 miljoen Nm3 |
Waarvan reeds gewonnen (t/m 1 januari 2019) |
3.380 miljoen Nm3 |
Verwachte maximale bodemdaling |
ca. 8 cm |
Seismisch risico |
Seismisch Risico Categorie I (laagste categorie: kans op schade zeer gering) |
Beheersmaatregelen |
Voorzien in een netwerk van versnellingsmeters |
Waarom is gaswinning nodig, terwijl het gasveld klein is?
Alle kleine velden tezamen voorzien voor een belangrijk deel in onze gasvraag. Naast het Groningenveld telt Nederland 240 kleine gasvelden. Alle kleine velden samen zijn goed voor ongeveer 60 procent van de Nederlandse gasproductie. De meeste van deze gasvelden liggen in de Noordzee. In de grafiek hieronder ziet u de totale Nederlandse aardgasproductie tot 2050 uit de kleine velden in miljard kubieke meter.
Waarom wordt er nog gas gewonnen, terwijl we juist moeten verduurzamen?
Aardgas speelt momenteel een belangrijke rol in de Nederlandse energievoorziening. Het voorziet in ruwweg 40% van de primaire energiebehoefte. Vrijwel alle Nederlandse huishoudens, bedrijven, ziekenhuizen en winkels maken gebruik van aardgas. Aardgas is van alle fossiele energiebronnen het meest CO2-arm en is een efficiënte energiedrager. Aardgas kan worden ingezet waar CO2-arme energieopties en energiebesparing beperkt mogelijk zijn.
Nederland streeft in internationaal verband naar een CO2-arme energievoorziening, die veilig, betrouwbaar en betaalbaar is. De Europese Unie heeft een duidelijke koers ingezet voor de transitie naar een CO2-arme energievoorziening. In Europees verband zijn er doelstellingen afgesproken voor klimaat en energie voor 2020, 2030 en een lange termijn CO2-reductiedoel voor 2050. De inzet van vrijwel alle nu bekende CO2-arme energiebronnen en technologieën is vereist voor het bereiken van de gewenste CO2-reductie. Daarom zal energiebesparing en het gebruik van biomassa, schone elektriciteitsproductie, en afvang en opvang van CO2 (CCS) richting 2050 sterk toenemen.
Aardgas kan als minst vervuilende fossiele brandstof een belangrijke rol vervullen in de transitie. Maar ook het gebruik van aardgas zal op termijn sterk afnemen. Hoe sterk dit afneemt is afhankelijk van de vraag naar energie en het aanbod van diverse (deels nog te ontwikkelen) energieopties en de betaalbaarheid daarvan. Het gas dat we in Nederland gebruiken komt uit het Groningenveld, uit de Nederlandse kleine gasvelden en uit het buitenland. Ook de gaswinning uit kleine velden in de afbouwfase beland. Vergunningen voor het zoeken naar nieuwe gasvelden op land worden niet meer afgegeven.
Zolang huishoudens en bedrijven nog afhankelijk zijn van aardgas, blijft winning of import van gas nog noodzakelijk.
Wordt er meer gewonnen uit kleine gasvelden als de gaswinning uit het Groningenveld omlaag gaat?
Het stoppen met de gaswinning in Groningen wordt niet opgevangen door meer gaswinning in deze kleinere velden. Dit tekort wordt opgevangen met het importeren van gas en het verlagen van de gasvraag.
Waarom wordt er in NL nog gas gewonnen, terwijl dat ook geïmporteerd kan worden?
Op voorwaarde dat dit veilig en verantwoord kan, heeft gaswinning in eigen land de voorkeur boven gasimport. Dit is namelijk beter voor het klimaat, aangezien het transporteren van gas veel broeikasgas uitstoot veroorzaakt.