Vergunningen

Voor het opsporen en winnen van delfstoffen en aardwarmte en het opslaan van stoffen is een vergunning nodig (hoofdstuk 2, Mijnbouwwet). Een opsporings-, winnings- of opslagvergunningen geeft het exclusieve recht tot het uitvoeren van deze activiteiten binnen een vastgesteld gebied. Er geldt in Nederland een open ronde voor het aanvragen van vergunningen, hetgeen betekent dat op elk gewenst moment een aanvraag kan worden ingediend.

Voordat daadwerkelijk kan worden overgegaan tot winning of opslag moet er een door de minister van Economische Zaken goedgekeurd winnings- of opslagplan zijn. Daarnaast zijn er aanvullende vergunningen nodig voor bijvoorbeeld het uitvoeren van een boring op een specifieke locatie en om een installatie voor winning te bouwen.

Zowel op land als op zee kan voor een gebied een "ondiepe" en/of een "diepe" vergunning gelden:

  1. Het gebied is in verticale zin gesplitst met een geologische vlak als grensvlak, bijvoorbeeld: Koolwaterstof opsporingsvergunning Q16b & Q16c-ondiep is geldig voor gesteenten tot top Trias; en Koolwaterstof winningsvergunning Q16b & Q16c-diep is geldig voor gesteenten van Trias en ouder.
  2. Het gebied is in verticale zin gesplitst door een horizontaal vlak op een bepaalde diepte, bijvoorbeeld: Aardwarmte opsporingsvergunningen FRIESLAND-NOORD en FRIESLAND-ZUID gelden voor een gebied van 4000 m en dieper.


De belangrijkste procedures voor vergunningen zijn beschreven onder procedures vergunningen

Ruimtelijke ordening - STRONG

De ondergrond wordt steeds intensiever gebruikt. Dat biedt kansen maar kan ook leiden tot spanningen tussen activiteiten die moeilijk te combineren zijn, zoals winning van aardwarmte en aardgas in dezelfde gesteente laag. De toenemende drukte vraagt ook om aandacht voor de gevolgen voor mens en milieu. Mede daarom ontwerpt de Nederlandse overheid een Structuurvisie voor de Ondergrond (STRONG proces). Deze visie moet richting geven aan een duurzaam en verantwoord gebruik van de ondergrond. Dit zal uiteindelijk zijn weerslag gaan krijgen op het vergunningenbeleid.

Het totale benuttingspotentieel van de diepe deel van de ondergrond (> 100 m) van Nederland en het Nederlands deel van het Continentaal Plat is door TNO in kaart gebracht. De kaartenset een antwoord op de volgende vragen:

"Wat zit waar?" (de opbouw en eigenschappen van lagen en structuren in de diepe ondergrond die voor diverse toepassingen in aanmerking komen) en

"Wat kan waar?" (waar sluiten de eigenschappen van de ondergrond aan op de specifieke randvoorwaarden van gebruiksfuncties en zouden deze in theorie kunnen worden ontplooid).

Wat zijn de mogelijke consequenties? (bijvoorbeeld bodemdaling en bevingen, maar ook t.a.v. ondergrondse aspecten zoals breuken).

Kaarten van aspecten van de ondergrond die ten grondslag liggen aan de Structuurvisie Ondergrond zijn beschikbaar op de pagina Modellen, kaarten en datasets

Overige Vergunningen Noordzee

Op de Noordzee zijn verschillende activiteiten die kunnen interfereren met de olie en gaswinning. Windenergie-vergunningsgebieden zijn hier een voorbeeld van, maar ook de ligging van kabels en leidingen spelen een rol.
De meest actuele versies van de GIS kaarten voor deze onderwerpen is te downloaden via de website van Rijkswaterstaat DNZ. Voor meer digitale kaart bestanden op NLOG, klik hier.