Vergunningen en wetten

Nationaal

Sinds september 2011, is de Nederlandse wetgeving aangepast aan het EU Directive over de geologische opslag van kooldioxide (zie hieronder). De aanpassingen in de Nederlandse Mijnbouwwet, het -besluit en de -regeling kunnen hieronder worden gevonden:

 

Voor het opslaan van CO2 in de Nederlandse ondergrond is een opslagvergunning  vereist. Binnen het nationale CATO-2 onderzoeksprogramma, is een “best practice” ontwikkeld voor het aanvragen van een opslagvergunning.

Europese Unie

In 2009 heeft de Europese Unie ingestemd met een bindend directief over het veilig en milieubewust opslaan van CO2 binnen de EU. De inhoud van deze wetgeving is overgenomen in de nationale wetgeving van de afzonderlijke lidstaten:

 

De Europese Commissie heeft de ontwikkeling van een set leidraden of guidance documenten gesponsord om de implementatie van het Directief te vergemakkelijken. Deze documenten zijn wettelijk gezien niet bindend.

Het European Union Emission Trading Scheme (EU ETS, Directive 2003/87/EC), is in 2009 aangepast om het mogelijk te maken dat carbon capture and storage projecten vanaf 2013 onderdeel worden van dit schema, zodat uitstoot middels implementatie van CCS projecten niet meer hoeft te worden gecompenseerd met emissierechten zolang als de CO2 permanent wordt opgeslagen in overeenkomst met het Directive 2009/31/EC. Het amendement kunt u hier vinden:

Directive 2009/29/EC amending Directive 2003/87/EC so as to improve and extend the greenhouse gas emission allowance trading scheme of the Community

Het amendement op de EU ETS Directive, is in 2010 gevolgd door een amendement op het besluit van de Commissie 2007/589/EC, tot vaststelling van richtsnoeren voor de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad. Deze aanpassingen richtten zich met name op afvang, transport en opslag van CO2, mede in combinatie met enhanced oil recovery (EOR).

Internationaal

Wetgeving in relatie tot CO2  opslag speelt ook in jurisdicties buiten Europa, hieronder een overzicht van de meest uitgebreide regelgeving:

Verenigde Staten
In de VS is de injectie van stoffen in de ondergrond geregeld door de Environmental Protection Agency’s (EPA) in het Underground Injection Control (UIC) program. Het UIC kent zes klassen van putten, die elk hun specifieke eisen kennen, om de ondergrondse bronnen voor drinkwater te beschermen. (USDW). Voor het injecteren van CO2 ten behoeve van geologische opslag in de ondergrond moeten Class VI putten worden gebruikt. Injectie van CO2 ten behoeve van enhanced oil recovery kunnen worden afgewerkt conform de eisen van Class II wells. Guidance documents voor Class VI wells zijn beschikbaar, alsmede een leidraad voor de ombouw van een Class II naar een Class VI well.

Provincie Alberta, Canada
De regering van Alberta geeft financiële ondersteuning aan CCS demonstratieprojecten binnen de provincie. Om dat mogelijk te maken is een wettelijk kader vastgesteld waarbinnen de kern wordt gevormd door de 2010 Carbon Capture and Storage Statues Amendment Act. Het Nederlandse CATO-2 project heeft een review van deze juridische en beleidsmatige teksten opgesteld: CCS in Alberta.

Australië
Australië heeft met de Offshore Petroleum and Greenhouse Gas Storage Act 2006 een compleet juridisch raamwerk voor CO2 transport en opslag. Verdere informatie over de CCS regelgeving in Australië kan hier worden gevonden.

 

Internationale regelgeving over offshore opslag van CO2

OSPAR
OSPAR is het wettelijk instrumentarium waarmee 15 overheden & de EU samenwerken om het marine milieu van de Noord Atlantische oceaan te beschermen. De regels van OSPAR verboden oorspronkelijk de opslag van CO2 in geologische formaties onder de zeebodem, maar dit is inmiddels aangepast. Informatie over CO2 opslag in de OSPAR conventie kan worden gevonden onder de links hieronder:

The London Conventie en Protocol
De London Conventie is een van de eerste mondiale conventies om het mariene milieu te beschermen tegen menselijke activiteiten zij is van kracht sinds 1975. In 1996 is de conventie opgevolgd door het "London Protocol". Het Protocol verbiedt het dumpen van stoffen, behalve mogelijk aanvaardbaar afval dat op de zogenaamde "reverse list" staat. In 2006 is een resolutie aangenomen waardoor CO2, ten behoeve van geologische opslag, ook in de reverse list is opgenomen. Dit ten einde CCS projecten mogelijk te maken. Informatie over dit besluit, waaronder de opname in de Nederlandse wetgeving kan worden gevonden via de links hieronder: